Spaties en bedreigde rijks_musea

Natuurlijk gun ik het Rijksmuseum elke dag een scoop. Iedereen die zichzelf met Jan Wolkers zaliger een museumrat noemt, verheugt zich op de dag dat er weer als nooit tevoren gedwaald kan worden in Cuypers’ kathedraal, en wat is er leuker dan een beetje voorpret?

De eerste foto’s en filmpjes zijn zeer veelbelovend. Kranten en journaals nemen al het aangeboden promotiemateriaal gretig over. De ene dag krijgt een cameraploegje van SBS een sneak preview van een knuffelbare suppoost, de andere dag mag een leger fotografen vastleggen hoe een vliegtuigje naar binnen wordt gereden. En als klap op de vuurpijl werd er een nieuw logo gelanceerd, dat een heuse controverse veroorzaakte omdat het te veel ruimte zou laten tussen de woorden rijks en museum. René Dings, voorzitter van de Stichting Onjuist Spatiegebruik en auteur van de bestseller Weg om legging heeft nog nooit zoveel klachten ontvangen, meldde NRC Handelsblad.

Je zou bijna vergeten wat er in de museumwereld werkelijk aan de hand is. Als de staatssecretaris van dit demissionaire kabinet de adviezen van de Raad voor Cultuur op de derde dinsdag van september overneemt, betekent dit – naast de praktische verwoesting van tal van andere instituten, festivals en nationale en regionale gezelschappen – het einde van rijksmuseum Twenthe, het Geldmuseum, Slot Loevestein en Huis Doorn. Natuurlijk, er komt een formatie en een nieuwe regering aan, maar ligt het in de lijn der verwachting dat deze er een halszaak van zal maken om dit ontluisterende beleid te herzien?

Als het Rutte II wordt, houd ik in dit opzicht mijn hart vast. En als het iets anders wordt evenzeer, want zijn de cultuurbezuinigingen überhaupt nog een issue tijdens deze verkiezingscampagne? Van links tot rechts zijn we het over één ding eens: het kan best met wat minder in subsidieland. Maar met dat zinnetje, waar in cultureel ondernemend Nederland werkelijk niemand tegen zal protesteren – ik zelf ook niet – geven we slapend een vrijbrief aan volslagen onomkeerbare, nauwelijks besparende en in veel gevallen zeer slecht gefundeerde ingrepen. En omdat het totale bezuinigingspakket zo enorm is, ook op fronten die ons harder en directer raken, missen we de energie om ons druk te maken over wat nu details lijken.

Als het aan historicus Mark Rutte en de zijnen ligt, zullen verschillende musea enkel nog subsidie krijgen voor ‘beheer en behoud van de collectie’. Openstelling voor het publiek is volgens die logica een luxeproduct waarin de musea zelfvoorzienend moeten zijn. Dat klinkt wel stoer en ook niet onredelijk, maar als je je verdiept in het verhaal van een klein en volstrekt uniek rijksmuseum als Huis Doorn (bekijk ter introductie deze filmpjes), moet zelfs de grootste scepticus erkennen dat geen overheid in de ons omringende landen het zo bont zou maken. De instelling voldoet in alle opzichten aan de marktgerichte eisen, is voor ruim de helft van het budget zelfvoorzienend (vereist: 17%) en draait voor het grootste deel op vrijwilligers. Voor Vrij Nederland reisde ik mee met de directeur van Huis Doorn, die in Berlijn ging lobbyen bij Duitse collega’s en diplomaten. De reportage lees je hier.

En omdat ik me helaas niet in elk museum kan verdiepen, heb ik de filosofen Frank Ankersmit (voormalig VVD-ideoloog) en Paul van Tongeren gevraagd of er een verdediging denkbaar is voor de ervaring die musea in zijn algemeenheid bieden. Klik hier voor deze aflevering van Trouws Filosofisch Elftal.

Het laatste woord zal zijn aan fijnproever Halbe Zijlstra. Misschien kan het Rijksmuseum al die cameraploegen en fotografen die zo graag het frisse stucwerk bewonderen nog eens wijzen op de positie van de kleinere broertjes en zusjes? En anders is mijn laatste hoop René Dings, die de staatssecretaris wellicht kan wijzen op enkele foutieve spaties in zijn begroting.