Lezers over ‘De paus van Amsterdam’

Recensenten zijn belangrijk, maar lezers zijn nóg belangrijker. Zie hier een kleine bloemlezing. Sommige lezersreacties wil ik het liefst meteen inlijsten, zoals deze:

christus jezus, wat heb je het goed opgeschreven.

de krachtmeting tussen rome en de ekklesia

ben op p. 167

ik vind het SPANNEND, nu 01.30 en moet helaas gaan slapen.

Of deze:

Ik lees bijna elke avond een hoofdstuk uit je boek, het leest als een roman, spannend en vrolijk makend.

Marli Huijer, Amsterdam

Sommige lezers herkennen de wereld van het boek uit eigen ervaring:

Ik heb inmiddels in het begin van de avond de eerste 100 blz. gelezen van het boek – en was méér dan geboeid. Een hele wereld kwam weer voor mij tot leven, en dat over een periode die nog net voor mijn ontmoeting met de ambiance van Huub ligt. Zo ongeveer de helft van alle personen die tot nu toe langskwamen heb ik in één of andere hoedanigheid gekend, voor de locaties geldt iets dergelijks. Dus je kunt je mijn ontroering voorstellen.

Schrijver en geestelijk verzorger Marinus van den Berg was een van de eerste lezers. Hij kocht het boek op één van de eerste dagen dat het te krijgen was, en schreef op 12 oktober een ingezonden brief naar Trouw, waarin zijn stelling was dat de Oosterhuis-biografie tot op dat moment wat hem betreft te eenzijdig in het nieuws was geweest. Hij waardeert het boek vooral omdat het verschillende kanten van Oosterhuis laat zien, ook minder mooie kanten:

De biografie is geen hagiografie geworden. In mijn jeugd las ik over mannen als Don Bosco en Franciscus als mensen die alleen maar deugden. Marc van Dijk is niet in deze val getrapt en lijkt een evenwicht gevonden te hebben tussen afstand en nabijheid, tussen waardering en kritische bevraging en reflectie.  Wie alleen de voorpublicaties heeft gelezen, heeft de nuances gemist. Nuances die geen nieuws zijn maar wel recht doen.

Ik las dit boek als zestiger terwijl Oosterhuis de 80 nadert.  We zijn bijna generatiegenoten. De biografie over Huub Oosterhuis lezend kon ik dat niet zonder mijn eigen biografie, zonder mijn levensloop in de rooms-katholieke kerk waarin anno 2013 een nieuwe paus verrassend  maar misschien ook verwarrend voor het voetlicht van de wereld treedt en de vraag stelt wie de volgelingen van die omstreden Jezus zijn, moeten zijn in deze tijd.  Ik kon dit boek niet goed lezen zonder de vraag waar en wie ben ik nu anno 2013. Het boek werkt ook als een spiegel.

Ik kocht het boek in Almelo bij Broekhuis waar het op de kar van juist binnengekomen boeken lag. Ik las het wachtend op een bus, zittend in bus en trein en toen ik terug was in Rotterdam had ik het lijvige boek uit gelezen, maar ik zet het nog niet in de boekenkast. Het boek gist in mij. Het is nog niet uit. Zo gaat dat met boeken over omstreden mensen die verwarren en inspireren.

Marinus van den Berg, Almelo

Een lezeres schrijft dat ze veel herkent van de opstandigheid rond het celibaatsconflict. Maar ook dat ze daar tot haar frustratie niets over te horen kreeg in het Brabant van haar jeugd:

Tijdens het lezen werd ik me bewust van het feit dat dit allemaal in de jaren zestig is begonnen en ik zelf in die tijd ook een vreselijke rebel was aangaande kerk en celibaat. Alleen ik heb nooit geweten dat Huub en zijn mannen dit aan het bevechten waren in Amsterdam. Wij hoorden daar nooit iets van en achteraf vind ik dit heel jammer. Ik had altijd het gevoel dat ik hier een beetje alleen in stond. En werd natuurlijk hierin echt niet gestimuleerd door mijn ouders en ook op school niet.

Gerrie van de Ven, Nuenen

Veel reacties bevatten persoonlijke verhalen, herinneringen aan een bewogen tijd vol snelle veranderingen, waarvan Oosterhuis de belichaming is. Zoals dit mooie relaas, over de verwerking van de plotselinge kerkelijke vernieuwingen binnen een gezin:

Ik heb niks met Huub Oosterhuis en met de kerk en het geloof. Toch vond ik het een fijn boek. Het bracht veel herinneringen en herkenning boven. Die jaren ’70  waarin ik puberde en de jaren ’80 waarin ik op de sociale academie zat. Door dit boek begrijp ik met terugwerkende kracht wat er veel veranderd is en wat er veel rommelde juist in mijn jeugd.

Er is altijd een groot verschil geweest in hoe mijn broers de kerkgang beleefden en hoe het voor mij allemaal lag. We zijn duidelijk allemaal ‘kinderen van onze tijd’ (geboortejaren 1954, 1957, 1962). Mijn broers waren nog misdienaar, ik kwam alleen in de kerk op zondag – als toeschouwer, niet als onderdeel. Zij moesten nog biechten (ik heb dat nooit hoeven doen).  Zij hadden nog een heel plechtig gevoel bij hun Eerste Heilige Communie. Dat lag voor mij een stuk oppervlakkiger, ik was blij met de mooie jurk. Zij zaten nog met hun vader op het (jongens)koor. Ik speelde een partijtje xylofoon met het jongerenkoor in de beatmis.
Deze hele tijdgeest spreekt ook uit het boek over Huub Oosterhuis. De ‘knip’, de wending, de verandering ligt echt in die jaren. Voor mij interessant om te lezen. Ik begrijp nu ook mijn moeder goed, die toen moeite had met die veranderingen. De eerste twee kinderen moesten met moederlijke overredingskracht nuchter gehouden worden voor de kerkgang en bij het derde kind hoefde dat ineens niet meer? Ze vond het oneerlijk tegenover de jongens. En dat er ineens geen Zonde meer bestond (want ik hoefde niet te biechten), hoe moest ze dat verkopen aan haar jongens en aan zichzelf? Ze voelde zich alsof ze al die tijd voor de gek was gehouden door die kerk.
Inmiddels is mijn moeder (nu 85) weer helemaal meegekomen met de veranderingen in de RK kerk. Ze zingt ze de Nederlandse liedjes en wenst haar medekerkgangers met een handdruk ‘de vrede van Cristus’ (‘zo protestants!’, zei ze eerder), maar toen ik een jaar of 7 was, zat ze voor haar gevoel tussen twee vuren in. Een vriendin van haar liep boos de kerk uit terwijl ik daar in die kerk op het grote blauwe, door parochianen geknoopte vloerkleed stond. De kerkbanken waren eruit gehaald, we keken niet meer naar het altaar maar zaten in hoefijzervorm rond dat kleed. En ik zong – vanwege mijn vormsel in de zesde klas (jawel) het ‘Vuur en ijzer zuur en zout’-lied!

Anke B.

Erik Jurgens, oud PPR- en PvdA-politicus, schrijft enthousiast over zijn leeservaring in de nieuwsbrief van de Amsterdamse Studentenekklesia (december 2013):

Marc van Dijk heeft een bijzonder leesbare biografie van Huub Oosterhuis geschreven. Niet alleen voor mij, die een belangrijk deel van het beschrevene op mijn manier heeft meegemaakt: rooms gezin, jezuïetenschool, de jaren zestig met hun ‘aggiornamento’ van kerk, samenleving en politiek (al kwam de ‘radicaliteit van het evangelie’ uit de gereformeerde hoek), de betrokkenheid bij de Ekklesia en andere ‘bezielde verbanden’. Maar ook voor een jongere generatie, die met verbijstering kan lezen hoe dat toen allemaal ging. Zeer aan te bevelen.

Erik Jurgens

Veel dank aan alle lezers die mij hun persoonlijke leeservaringen toesturen.

Het is voor mij nieuw om dit mee te maken. Blijf ze sturen, per mail (marcvandijk@gmail.com) of reageer via deze site! Ik ben er altijd benieuwd naar.